ECLI:NL:HR:2007:BA0582
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over weigering van de inspecteur om stukken over te leggen in belastingzaken
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en vermogensbelasting voor de jaren 1990 en 1991, waarbij de inspecteur geen kwijtschelding heeft verleend voor de verhogingen van de nageheven belasting. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de uitspraken van de inspecteur, maar het Hof heeft de beroepen van de belanghebbende gegrond verklaard en de navorderingsaanslagen vernietigd. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld, waarbij hij stukken heeft overgelegd onder het voorbehoud dat alleen de Hoge Raad daarvan kennis mag nemen.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de weigering van de inspecteur om bepaalde stukken over te leggen niet gerechtvaardigd was. De Hoge Raad heeft de tussenuitspraak en de einduitspraak van het Hof vernietigd, met uitzondering van de beslissing omtrent de niet-ontvankelijkheid van de op 27 mei 2003 ingestelde beroepen. De zaak is verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, en het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de kosten van het geding voor het Hof aan de belanghebbende moet worden toegekend.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht, dat betrekking heeft op de weigering van de inspecteur om stukken over te leggen. De Hoge Raad heeft bevestigd dat de kamer die de beslissing neemt kennis moet nemen van het gehele procesdossier, om een goede afweging van de betrokken belangen te kunnen maken. Dit arrest benadrukt de waarborgen die verbonden zijn aan de procedurele rechten van belanghebbenden in belastingzaken.