ECLI:NL:HR:2007:AZ8569
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsplicht volksverzekeringen en de immuniteiten van de Europese Gemeenschappen
In deze zaak gaat het om de verzekeringsplicht onder de Algemene nabestaandenwet (Anw) en de vraag of de immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van invloed zijn op de aansluiting bij het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel. De belanghebbende, een gepensioneerde ambtenaar, heeft in 1998 een verzoek ingediend bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voor vrijstelling van de verzekeringsplicht onder de Anw, welke is afgewezen. De SVB verklaarde het bezwaar van de belanghebbende ongegrond, waarna de belanghebbende beroep aantekende bij de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar. De Rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna de belanghebbende hoger beroep instelde bij de Centrale Raad van Beroep. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, waarop de belanghebbende cassatie aantekende bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld, die zich richtten tegen het oordeel van de Centrale Raad dat de immuniteiten van de Europese Gemeenschappen niet in de weg staan aan de aansluiting bij het nationale sociale zekerheidsstelsel. De Hoge Raad oordeelde dat er geen sprake is van een dubbele verzekering, aangezien de echtgenoot van de belanghebbende recht kan ontlenen aan de Anw, maar dit niet in strijd is met het Protocol of het Statuut van de Europese Gemeenschappen. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 16 februari 2007.