ECLI:NL:HR:2007:AZ7905
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Beroepsaansprakelijkheid van assurantietussenpersoon bij ontijdige melding van schade
In deze zaak gaat het om de beroepsaansprakelijkheid van Rappange Verzekeringen, een assurantietussenpersoon, in het kader van een schadeclaim van een verzekerde. De verzekerde, hier aangeduid als [verweerder], had een WA-verzekering afgesloten via Rappange Verzekeringen. Er ontstond een geschil met de achterbuurman, [betrokkene 1], over schade aan diens schuur, veroorzaakt door bomen op het terrein van [verweerder]. De achterbuurman had in 1982 en 1988 brieven gestuurd waarin hij aanspraak maakte op schadevergoeding. Rappange Verzekeringen heeft deze brieven niet tijdig doorgegeven aan de WA-verzekeraar, wat leidde tot een weigering van dekking door de verzekeraar. De rechtbank Amsterdam heeft in eerdere vonnissen de vordering van [verweerder] afgewezen, maar het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep de vordering van [verweerder] gegrond verklaard en Rappange Verzekeringen veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding. Rappange Verzekeringen heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hof een aantal belangrijke aspecten van de zaak niet correct heeft behandeld, met name de devolutieve werking van het hoger beroep. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens is [verweerder] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.