ECLI:NL:HR:2007:AZ3595

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
00663/06 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.P. Balkema
  • H.A.G. Splinter-van Kan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beklag ex art. 552a Sv strekkende tot teruggave van inbeslaggenomen schapen zonder gezondheidscertificaat

In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door een betrokkene die verzocht om teruggave van inbeslaggenomen schapen. De inbeslagname vond plaats omdat voor een deel van de schapen geen gezondheidscertificaat aanwezig was. De Rechtbank te Arnhem had op 30 september 2005 een beschikking gegeven in deze zaak, waartegen de betrokkene in cassatie ging. De advocaat van de betrokkene, mr. A.A.M. van Beek, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan de beschikking waren gehecht.

De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen. De Hoge Raad heeft vervolgens de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81 RO behoeft dit geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad geoordeeld dat geen van de middelen tot cassatie kan leiden en dat er ook geen grond aanwezig is om de bestreden beschikking ambtshalve te vernietigen. De Hoge Raad heeft daarom het beroep verworpen. Deze beschikking is gegeven door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, tijdens een openbare terechtzitting op 23 januari 2007.

Uitspraak

23 januari 2007
Strafkamer
nr. 00663/06 B
KM/CAW
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Arnhem van 30 september 2005, nummer RK 05/623, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Betrokkene], gevestigd te [vestigingsplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. A.A.M. van Beek, advocaat te Tilburg, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Slotsom
Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden beschikking ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 januari 2007.