ECLI:NL:HR:2007:AY7199
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Waardering van een complex dat deels als monument is aangemerkt
In deze zaak gaat het om de waardering van de onroerende zaak gelegen aan de Kattenburgerstraat 7 in Amsterdam, die deels als monument is aangemerkt. De eigenaar van het Marinecomplex heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van het complex voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004, die aanvankelijk was vastgesteld op ƒ 90.887.000 (€ 41.242.722). Na bezwaar door de eigenaar heeft de directeur van de Dienst der Gemeentebelastingen Amsterdam de waarde herzien naar € 40.114.500. De eigenaar heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat het beroep ongegrond heeft verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de eigenaar cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het Marinecomplex als één onroerende zaak moet worden aangemerkt op basis van artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Tevens is vastgesteld dat een deel van het complex, waaronder de gevel en de inrijpoort, is ingeschreven in het register van de Monumentenwet 1988. Het Hof heeft geoordeeld dat de waardering van het Rijksmonumentale gedeelte van het complex dient te geschieden op basis van artikel 17, lid 2 van de Wet WOZ, terwijl het overige gedeelte op basis van artikel 17, lid 3 moet worden gewaardeerd.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof bevestigd en geoordeeld dat de gronden waarop het Hof zijn beslissing heeft gebaseerd juist zijn. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 30 maart 2007.