ECLI:NL:HR:2006:AZ4974
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Verontreinigingsheffing en toepassing forfaitaire regeling op ingenomen water
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een aanslag in de verontreinigingsheffing van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht voor het jaar 2002 is gehandhaafd. De aanslag bedroeg € 2280,98 en was gebaseerd op de Verordening verontreinigingsheffing Amstel, Gooi en Vecht 1997. Na bezwaar van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de aanslag is berekend op basis van een forfaitaire regeling, omdat er geen meting en bemonstering van het waterverbruik heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar de aanslag op de juiste wijze heeft vastgesteld, door uit te gaan van de hoeveelheid ingenomen water. De Hoge Raad wijst de klachten van belanghebbende af, waaronder de stelling dat alleen de vervuilingswaarde van afgevoerd water als heffingsmaatstaf kan gelden. De Hoge Raad concludeert dat de uitleg van de Verordening door het Hof juist is en dat de overige klachten niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep ongegrond. Dit arrest is gewezen op 22 december 2006 door de vice-president D.G. van Vliet, samen met de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, en is openbaar uitgesproken.