ECLI:NL:HR:2006:AY9687
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partneralimentatie na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de wijziging van de partneralimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, heeft op 16 september 2004 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Arnhem, waarin hij verzocht om de bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw, verweerster in cassatie, op nihil te stellen met ingang van 1 juli 2004. De vrouw heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 28 februari 2005 de bijdrage van de man aan de vrouw met ingang van 1 oktober 2004 vastgesteld op nihil.
De vrouw heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft op 1 november 2005 de beschikking van de rechtbank vernietigd en de bijdrage van de man aan de vrouw opnieuw vastgesteld op € 206,-- per maand, met een aanvullende betaling van € 65,94 per maand met ingang van 1 juni 2004, alsmede jaarlijkse indexering. De man heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het hof.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 8 december 2006 geoordeeld dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de man, waarmee de beslissing van het hof in stand blijft.