ECLI:NL:HR:2006:AY8283
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vervroegde onteigening en schadeloosstelling tussen gemeente en onteigenden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de gemeente 's-Gravenhage en de onteigenden over de vervroegde onteigening van percelen en de daarbij behorende schadeloosstelling. De gemeente heeft op 17 februari 2003 de onteigenden gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij zij heeft gevorderd de onteigening van de percelen, die bekend zijn als [a-straat 1 en 2], en een schadeloosstelling van € 218.000,--. De rechtbank heeft op 19 maart 2003 de onteigening vervroegd uitgesproken en een voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld op € 196.200,--. In een later vonnis van 20 april 2005 heeft de rechtbank de definitieve schadeloosstelling vastgesteld op € 306.000,--, inclusief het reeds betaalde voorschot.
De gemeente heeft tegen het vonnis van 20 april 2005 cassatie ingesteld, terwijl de onteigenden incidenteel cassatieberoep hebben ingesteld. De onteigenden hebben betoogd dat de gemeente niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar cassatieberoep, omdat in de cassatiedagvaarding onjuist is vermeld waar zij woonachtig zijn. De Hoge Raad heeft deze stelling verworpen, omdat niet is aangetoond dat de onjuiste vermelding hen onredelijk heeft benadeeld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de dagvaarding niet aan nietigheid lijdt en dat de gemeente ontvankelijk is in haar beroep.
In de uitspraak heeft de Hoge Raad het beroep van de gemeente verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Ook het incidentele beroep van de onteigenden is verworpen, waarbij zij zijn veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van de gemeente. De Hoge Raad heeft de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie geleid, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.