ECLI:NL:HR:2006:AY7936
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kinderalimentatie en echtscheiding tussen voormalige echtelieden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over kinderalimentatie en de echtscheiding. De man, verzoeker tot cassatie, heeft op 28 november 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Zutphen. Hij verzocht om echtscheiding, de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en een omgangsregeling voor de minderjarige kinderen. De vrouw, verweerster in cassatie, heeft zich gerefereerd aan de echtscheiding, maar heeft het verzoek van de man om een omgangsregeling bestreden. Tevens heeft zij verzocht om een bijdrage van € 175,-- per kind per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen.
De rechtbank heeft op 19 mei 2004 de echtscheiding uitgesproken en een voorlopige omgangsregeling vastgesteld, maar het verzoek van de vrouw om de bijdrage van de man is afgewezen. De vrouw heeft hierop hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, waar zij verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en de bijdrage van de man vast te stellen op € 175,-- per kind per maand. Het hof heeft de zaak behandeld op 3 mei 2005 en heeft bij beschikking van 7 juni 2005 de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd, waarbij de man werd verplicht om € 130,-- per kind per maand te betalen.
Tegen deze beschikking heeft de man cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 3 november 2006 de zaak beoordeeld. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheer W.D.H. Asser.