ECLI:NL:HR:2006:AY7210
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van douanerechten op sinaasappelsap en de definitie van 'bevroren'
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin de belanghebbende werd uitgenodigd tot betaling van douanerechten op sinaasappelsap. De uitnodiging tot betaling, gedateerd op 28 november 2002, betrof een bedrag van € 1495,98. Het bezwaar van de belanghebbende tegen deze uitnodiging werd door de Inspecteur afgewezen, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, en de uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende op 27 november 2002 aangifte heeft gedaan voor het vrije verkeer van vaten sinaasappelsap, waarbij zij de post 2009 12 00 van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) heeft opgegeven. De goederen werden omschreven als 'sinaasappelsap met een temperatuur van (minus) -12 graden Celsius met een brixgehalte van 11,58, zijnde niet-bevroren'. De Inspecteur was van mening dat het product 'bevroren' was en dat post 2009 11 99 van de GN van toepassing was.
Het Hof oordeelde dat de temperatuur niet het beslissende criterium is voor de tariefindeling van bevroren sinaasappelsap, maar dat de overgang naar een vaste vorm als objectief kenmerk kan worden gehanteerd. De Hoge Raad heeft de argumenten van de belanghebbende in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het sinaasappelsap, dat tot in de kern hard was en een temperatuur had van -12 graden Celsius, als 'bevroren' moet worden aangemerkt volgens post 2009 11 van de GN. De middelen van de belanghebbende falen, en de Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de vice-president D.G. van Vliet, samen met de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, en is openbaar uitgesproken op 1 september 2006.