ECLI:NL:HR:2006:AW4483

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 mei 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03457/05 J
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Maastricht, waarin het bezwaarschrift van de klager tegen het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel ongegrond is verklaard. De klager, geboren in 1989 en wonende te [woonplaats], heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. De Rechtbank heeft op 6 september 2005 het bezwaarschrift van de klager afgewezen, waarna de klager in cassatie is gegaan. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld aan de hand van artikel 7 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. Deze wet staat geen beroep in cassatie open tegen een beschikking zoals die van de Rechtbank in deze zaak. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft de klager dan ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep, waarmee de beslissing van de Rechtbank in stand blijft. Deze beschikking is gegeven op 30 mei 2006 door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

30 mei 2006
Strafkamer
nr. 03457/05 B
AGJ/JH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Maastricht van 6 september 2005, nummer RK 443/05, op een beklag als bedoeld in artikel 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft ongegrond verklaard het door klager ingediende bezwaarschrift tegen het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu art. 7 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden noch enige andere wettelijke bepaling het rechtsmiddel van beroep in cassatie openstelt tegen een beschikking als de onderhavige moet de klager niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van op 30 mei 2006.