ECLI:NL:HR:2006:AW4483
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Maastricht, waarin het bezwaarschrift van de klager tegen het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel ongegrond is verklaard. De klager, geboren in 1989 en wonende te [woonplaats], heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. De Rechtbank heeft op 6 september 2005 het bezwaarschrift van de klager afgewezen, waarna de klager in cassatie is gegaan. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld aan de hand van artikel 7 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. Deze wet staat geen beroep in cassatie open tegen een beschikking zoals die van de Rechtbank in deze zaak. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft de klager dan ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep, waarmee de beslissing van de Rechtbank in stand blijft. Deze beschikking is gegeven op 30 mei 2006 door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.