ECLI:NL:HR:2006:AW4015
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van uitspraak Gerechtshof inzake vennootschapsbelasting en fiscale eenheid
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 oktober 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting die aan belanghebbende, een vennootschap, was opgelegd voor het jaar 1998. Na bezwaar was de aanslag verminderd, maar de Staatssecretaris ging in cassatie tegen de uitspraak van het Hof, dat de aanslag verder had verlaagd. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende in 1995 kosten heeft gemaakt voor de aankoop van aandelen in A B.V., welke kosten als onderdeel van de kostprijs op de balans zijn geactiveerd. Met ingang van 1 januari 1998 is A B.V. gevoegd in een fiscale eenheid met belanghebbende als moedervennootschap. De Hoge Raad oordeelt dat, door de totstandkoming van deze fiscale eenheid, de geactiveerde aankoopkosten niet langer op de balans van de moedermaatschappij kunnen worden opgenomen, en dat deze kosten niet ten laste van de winst kunnen worden gebracht. Het Hof had ten onrechte geoordeeld dat belanghebbende de geactiveerde aankoopkosten in het onderhavige jaar ten laste van de jaarwinst mocht brengen. De Hoge Raad verklaart het beroep van de Staatssecretaris gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verklaart het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur ongegrond. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.