ECLI:NL:HR:2006:AV6965

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 juni 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C05/058HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over arbeidsgeschil inzake functiewijziging leerkracht bij ROC

In deze zaak gaat het om een arbeidsgeschil tussen een leerkracht, aangeduid als [eiser], en de stichting Arcus College, een instelling voor bijzonder onderwijs die valt onder een ROC. De zaak is een vervolg op een eerder arrest van de Hoge Raad van 14 maart 2003, waarin het vonnis van de rechtbank te Maastricht van 1 februari 2001 werd vernietigd en de zaak werd verwezen naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De leerkracht had in 2003 Arcus College opgeroepen om te verschijnen voor het hof, met de eis om bevorderd te worden naar schaal 12 van het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel, met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 1993.

Na een pleidooi en memoriewisseling heeft het hof op 16 november 2004 het vonnis waarvan beroep bekrachtigd en de leerkracht veroordeeld in de kosten van het geding. Tegen deze beslissing heeft de leerkracht cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, J.L.R.A. Huydecoper, strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en de leerkracht veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 362,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 23 juni 2006.

Uitspraak

23 juni 2006
Eerste Kamer
Nr. C05/058HR
JMH/RM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. S.F. Sagel,
t e g e n
de stichting STICHTING ARCUS COLLEGE,
gevestigd te Heerlen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
1. Het geding in voorgaande instanties
Voor het verloop van het geding in voorgaande instanties tussen eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - en thans verweerster in cassatie, inmiddels gefuseerd met verweerster in vorige instanties de stichting Stichting ROC Oostelijk Zuid-Limburg - verder te noemen: Arcus College - verwijst de Hoge Raad naar zijn arrest van 14 maart 2003, nr. C01/181, NJ 2003, 312. Bij dit arrest heeft de Hoge Raad het vonnis van de rechtbank te Maastricht van 1 februari 2001 vernietigd en het geding ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
[Eiser] heeft bij exploot van 25 april 2003 Arcus College opgeroepen te verschijnen voor het gerechtshof te 's-Hertogenbosch ten einde verder te procederen na verwijzing en daarbij gevorderd bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Arcus College te veroordelen [eiser], te rekenen vanaf 1 augustus 1993 of een ander in goede justitie te bepalen tijdstip, te bevorderen naar schaal 12 van het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel, met veroordeling van Arcus College in de kosten van zowel deze procedure als de kosten van de hieraan voorafgaande procedures, gevoerd ten overstaan van de kantonrechter te Heerlen en de rechtbank te Maastricht.
Na memoriewisseling na verwijzing en pleidooi heeft het hof bij arrest van 16 november 2004 onder aanvulling en verbetering van gronden het vonnis waarvan beroep bekrachtigd en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep en het geding na verwijzing.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het tweede geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Arcus College heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [eiser] mede door mr. M.B. Kerkhof en voor Arcus College mede door mr. B.T.M. van der Wiel, beiden advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Arcus College begroot op € 362,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 23 juni 2006.