ECLI:NL:HR:2006:AV4159
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen onttrekking aan het verkeer van voertuigen met valse VIN-nummers
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen twee beschikkingen van de Rechtbank te Rotterdam, beide gedateerd op 28 juli 2004. De eerste beschikking betreft de onttrekking aan het verkeer van zes gebruikte personenauto's op basis van een vordering van de Officier van Justitie, terwijl niet bekend is aan wie de inbeslaggenomen voertuigen toebehoren. De tweede beschikking betreft de ongegrondverklaring van een beklag dat door de klager is ingediend voor de teruggave van deze voertuigen. De klager, geboren in 1964 en wonende te [woonplaats], heeft zich in deze zaak laten bijstaan door zijn advocaat, mr. B.J. van Beek.
De Hoge Raad oordeelt dat de vaststelling van de Rechtbank dat op de voertuigen valse VIN-nummers zijn aangebracht, zonder nadere motivering onbegrijpelijk is. Dit oordeel is van belang omdat de Hoge Raad de beschikking van de Rechtbank tot onttrekking aan het verkeer zal vernietigen. Hierdoor komt ook de grond te ontvallen aan de ongegrondverklaring van het beklag, dat is gebaseerd op de onttrekking van de voertuigen. De Advocaat-Generaal Wortel heeft in zijn conclusie en aanvullende conclusie geconcludeerd tot verwerping van de beroepen, maar de Hoge Raad heeft deze conclusies niet gevolgd.
De Hoge Raad heeft de bestreden beschikkingen vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling. De beslissing van de Hoge Raad is genomen in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 mei 2006. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de Rechtbank bij het vaststellen van feiten die leiden tot ingrijpende beslissingen zoals onttrekking aan het verkeer.