ECLI:NL:HR:2000:AA8406

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 november 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01282/99 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • W.J.M. Davids
  • G.J.M. Corstens
  • A.M.M. Orie
  • A.J.A. van Dorst
  • B.C. de Savornin Lohman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onttrekking aan het verkeer van een bromfiets met een vervalst framenummer

In deze zaak gaat het om de onttrekking aan het verkeer van een bromfiets die voorzien was van een vervalst framenummer. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, die op 8 juli 1999 had beslist dat de bromfiets onttrokken moest worden aan het verkeer. De verdachte, geboren in 1964 en wonende te Amsterdam, had een vordering ingediend die door de Rechtbank was toegewezen. De Rechtbank oordeelde dat het bezit van een bromfiets met een vals framenummer in strijd is met het algemeen belang, omdat dit de handel in gestolen bromfietsen bevorderd. De Advocaat-Generaal, Wortel, concludeerde tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad overweegt dat de Rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het ongecontroleerde bezit van een bromfiets met een vervalst framenummer afbreuk doet aan de effectieve bestrijding van de handel in gestolen bromfietsen. De Hoge Raad stelt vast dat de regeling, zoals vastgelegd in het Voertuigreglement, bedoeld is om de handel in gestolen bromfietsen tegen te gaan en dat het teruggeven van dergelijke bromfietsen aan de eigenaar het probleem alleen maar verergert. De Hoge Raad concludeert dat de beslissing van de Rechtbank niet onjuist is en dat het middel faalt.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, omdat er geen gronden zijn voor cassatie en de bestreden uitspraak niet ambtshalve vernietigd hoeft te worden. De beschikking van de Rechtbank blijft daarmee in stand, en de onttrekking van de bromfiets aan het verkeer wordt bevestigd.

Uitspraak

21 november 2000
Strafkamer
nr. 01282/99 B
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie
tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te
Amsterdam van 8 juli 1999 op een vordering als bedoeld in artikel 36b van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[verdachte], geboren op [geboortedatum] 1964, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft de vordering toegewezen en ver-
klaart onttrokken aan het verkeer de in bovenvermelde beschikking omschreven bromfiets.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door betrokkene. Namens deze heeft mr. D. van der Landen, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
3.1. Het middel bevat de klacht dat de Rechtbank ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd, heeft beslist dat de bromfiets van betrokkene met een vervalst of vals framenummer dient te worden onttrokken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang als bedoeld in art. 36c Sr.
3.2. De beschikking van de Rechtbank houdt dienaangaande onder meer in:
“Ingevolge artikel 3.6.3. en 5.6.1. van het
Voertuigreglement dient een bromfiets voorzien te zijn van een identificatienummer aangebracht op een vast voertuigdeel. Het identificatienummer dient beschouwd te worden als een merk zoals bedoeld in artikel 219 Sr.
(...)
Uitgangspunt van de genoemde regeling is het voorkomen en het tegengaan van de handel in gestolen bromfietsen. Dit is een algemeen maatschappelijk belang dat beschermd dient te worden.
Door bromfietsen die in strijd met die regeling zijn voorzien van een vals framenummer terug te geven wordt het circuit van gestolen bromfietsen in stand gehouden, dan wel gestimuleerd.
- Aan de verdediging kan worden toegegeven dat het bezit van een bromfiets waarop een vervalst frame-
nummer is aangebracht, zonder dat daarmee aan het verkeer wordt deelgenomen, niet in strijd is met de letter van de wet. Wel dient echter een dergelijk bezit in strijd te worden geacht met het algemeen belang omdat op een dergelijke wijze te verwachten valt dat het aantal brommers met een vals of vervalst framenummer dat in omloop blijft onverminderd groot zal zijn, hetgeen de rechtbank in strijd met de bedoeling van voornoemde regeling acht.
(...)
Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank dan ook tot de conclusie dat genoemde bromfiets dient te worden onttrokken aan het verkeer omdat het bezit in strijd is met het algemeen belang”.
3.3. Het oordeel van de Rechtbank dat het ongecontroleerde bezit van een bromfiets met een vals of vervalst
framenummer afbreuk doet aan een effectieve voorkoming en bestrijding van de met gestolen bromfietsen bedreven handel - in welk oordeel besloten ligt dat daarvan tevens een bevorderende werking op bromfietsdiefstallen uit-
gaat - en daarom in strijd is met het algemeen belang, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Daarom faalt het middel.
4. Slotsom
Nu het middel niet tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
5. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.J.M. Davids als voorzitter, en de raadsheren
G.J.M. Corstens, A.M.M. Orie, A.J.A. van Dorst en
B.C. de Savornin Lohman, in bijzijn van de griffier
S.P. Bakker, in raadkamer en uitgesproken ter openbare
terechtzitting van 21 november 2000.