ECLI:NL:HR:2006:AV2655
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil tussen een besloten vennootschap en haar statutair directeur over nakoming van eerdere veroordeling in kort geding
In deze zaak gaat het om een executiegeschil tussen een besloten vennootschap en haar statutair directeur, waarbij de vennootschap is veroordeeld in kort geding. De directeur, aangeduid als eiser, heeft de vennootschap, aangeduid als verweerster, gedagvaard in kort geding om te voorkomen dat de vennootschap het vonnis van 1 mei 2002 zou executeren. De verweerster vorderde een verbod op de executie, met een dwangsom van € 2.000,-- per dag bij overtreding. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de verweerster afgewezen, wat leidde tot hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en de eiser verboden om het eerdere vonnis te executeren, met een terugbetalingsbevel voor reeds geïncasseerde bedragen en veroordeling in proceskosten.
Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van eiser niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 362,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 12 mei 2006, waarbij de vice-president en de raadsheren de zaak in openbaar hebben behandeld.