ECLI:NL:HR:2006:AV1594
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 4 januari 2005, met nummer 23/003786-04. De verdachte, geboren in 1952, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. S.M. Krans, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De schriftuur met deze middelen is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad van mening is dat de zaak niet verder behandeld hoeft te worden.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad besloten dat, aangezien geen van de middelen tot cassatie kan leiden en er ook geen andere gronden zijn om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen, het beroep moet worden verworpen. Dit arrest is uitgesproken op 28 maart 2006 door de vice-president C.J.G. Bleichrodt, samen met de raadsheren J.P. Balkema en A.J.A. van Dorst, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.