ECLI:NL:HR:2006:AV1371
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Vrijstelling voor met handelingen ter zake van verzekering samenhangende diensten, verricht door assurantiemakelaars en verzekeringsagenten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft de vraag of bepaalde 'backoffice'-activiteiten, verricht door assurantiemakelaars en verzekeringsagenten, moeten worden aangemerkt als met verzekeringen samenhangende diensten die vrijgesteld zijn van omzetbelasting. De Hoge Raad heeft eerder, in een arrest van 7 november 2003, een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over deze kwestie. Het Hof heeft op 20 november 2003 geoordeeld dat de 'backoffice'-activiteiten niet onder de vrijstelling vallen zoals bedoeld in de Zesde richtlijn inzake omzetbelasting. Dit oordeel heeft de Hoge Raad in zijn overwegingen meegenomen. De Hoge Raad concludeert dat de stelling van de belanghebbende, dat deze activiteiten als vrijgestelde diensten moeten worden aangemerkt, niet kan worden aanvaard. De Hoge Raad verklaart het incidentele beroep van de belanghebbende ongegrond en het principale beroep van de Staatssecretaris gegrond. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur wordt ongegrond verklaard. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.