ECLI:NL:HR:2006:AU9510
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de 35%-regeling en de kortingsregeling in het belastingrecht
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 16 oktober 2003, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 289.716. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad behandelt de zaak en gaat in op de toepassing van de 35%-regeling, die van belang is voor buitenlandse werknemers die in Nederland werken. De Inspecteur had het verzoek van belanghebbende om deze regeling toe te passen afgewezen op basis van de kortingsregeling die in het Besluit van 29 mei 1995 is opgenomen. Het Hof had de Inspecteur in het gelijk gesteld, wat door de Hoge Raad wordt bevestigd.
De Hoge Raad oordeelt dat de kortingsregeling van toepassing is, ongeacht of de buitenlandse werknemer in Nederland werkzaam was tijdens eerdere perioden van tewerkstelling door binnenlandse werkgevers. De Hoge Raad wijst erop dat de stelling van belanghebbende over ongepubliceerd beleid niet kan worden onderzocht in cassatie, omdat dit een feitelijk onderzoek vereist.
Uiteindelijk komt de Hoge Raad tot de conclusie dat de middelen van belanghebbende falen en verklaart het beroep ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is uitgesproken op 13 januari 2006 door de vice-president en de raadsheren in openbaar.