ECLI:NL:HR:2006:AU7082

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
00146/05
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • G.J.M. Corstens
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep na intrekking van het middel

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 januari 2006 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte had beroep ingesteld, vertegenwoordigd door mr. D.V.A. Brouwer, advocaat te 's-Gravenhage. In de procedure heeft de advocaat op 31 oktober 2005 een schriftuur ingediend met een middel van cassatie, maar dit middel is later ingetrokken. De Advocaat-Generaal, de heer Wortel, heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in het cassatieberoep, gezien de intrekking van het middel. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat, nu het middel is ingetrokken, de verdachte niet in het beroep kan worden ontvangen. Dit is in lijn met eerdere rechtspraak, zoals HR 30 oktober 2001, NJ 2002, 110. De Hoge Raad heeft de verdachte dan ook niet-ontvankelijk verklaard in het cassatieberoep. De uitspraak is gedaan door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren G.J.M. Corstens en W.M.E. Thomassen, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber.

Uitspraak

10 januari 2006
Strafkamer
nr. 00146/05
SG/IC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 30 september 2004, nummer 24/001282-02, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1953, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. D.V.A. Brouwer, advocaat te 's-Gravenhage, een schriftuur houdende een middel van cassatie ingediend. Het middel is door mr. Brouwer bij brief van 31 oktober 2005 ingetrokken.
1.2. De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het cassatieberoep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu het middel is ingetrokken kan de verdachte niet in het beroep worden ontvangen (vgl. HR 30 oktober 2001, NJ 2002, 110).
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren G.J.M. Corstens en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 10 januari 2006.