ECLI:NL:HR:2006:AT3048
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Uitleg van douanerechten en tariefindeling van bevroren rundvlees in het kader van Europese regelgeving
In deze zaak gaat het om de indeling van een partij bevroren rundvlees onder de juiste post van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) voor douanerechten. De belanghebbende, X B.V., had op 20 september 2000 een uitnodiging tot betaling van douanerechten ontvangen, welke was gebaseerd op een eerdere indeling van de goederen onder post 0202 30 90. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze indeling en was in beroep gegaan bij de Tariefcommissie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de belanghebbende cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat er gerechtvaardigde twijfel bestaat over de reikwijdte van post 0202 30 50 van de GN. De kern van de zaak draait om de vraag of de indeling van het vlees onder deze post alleen mogelijk is indien het gaat om een samenhangend stuk vlees, of dat ook losse stukken vlees die afkomstig zijn van het in de aanvullende aantekening omschreven deel van de voorvoet van het rund, voor indeling in aanmerking komen.
De Advocaat-Generaal had eerder geconcludeerd dat het beroep gegrond verklaard moest worden, en de Hoge Raad heeft besloten om het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te verzoeken om een prejudiciële beslissing over de uitleg van de relevante Europese regelgeving. De Hoge Raad heeft het geding geschorst totdat het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan. Dit arrest is gewezen op 22 september 2006.