ECLI:NL:HR:2005:AU7869
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en woonplaats natuurlijk persoon
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X, woonachtig in Z (Zwitserland), tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 september 2002. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993, waarbij een belastbaar inkomen van ƒ 663.815 is vastgesteld. Na het indienen van bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond heeft verklaard. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld en dertien middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend en beide partijen hebben de zaak toegelicht. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 9 december 2005 door de vice-president A.E.M. van der Putt-Lauwers, samen met de raadsheren C.B. Bavinck en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.