ECLI:NL:HR:2005:AU7497
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing schuldsaneringsregeling wegens niet te goeder trouw ontstaan van schuld
In deze zaak heeft verzoekster tot cassatie, wonende te [woonplaats], op 22 juli 2004 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 25 oktober 2004 het verzoek afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 17 februari 2005 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft verzoekster cassatie ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus was om het beroep te verwerpen.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 16 december 2005 geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van verzoekster verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand zijn gebleven.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, J.C. van Oven en F.B. Bakels, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.