ECLI:NL:HR:2005:AU5159
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voorlopige aanslag vermakelijkhedenretributie door gemeente Muiden
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van de Stichting Rijksmuseum Muiderslot tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 maart 2004, betreffende een voorlopige aanslag in de vermakelijkhedenretributie van de gemeente Muiden voor het tijdvak januari tot en met mei 2001. De voorlopige aanslag bedroeg ƒ 29.418,75 en werd na bezwaar gehandhaafd door het hoofd van de afdeling Financiële zaken van de gemeente Muiden. De belanghebbende, de Stichting Rijksmuseum Muiderslot, heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht, evenals het beroepschrift in cassatie.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Stichting is opgericht op 31 december 1994 met als doel het samenstellen, in stand houden en verbeteren van representatieve collecties van voorwerpen van geschiedenis en kunst betreffende het Muiderslot. Het Muiderslot is opengesteld voor publiek en biedt rondleidingen en speciale evenementen aan. De vraag die voorlag was of de activiteiten van de Stichting als vermakelijkheden kunnen worden aangemerkt in de zin van de Gemeentewet en de Verordening.
Het Hof heeft bevestigd dat de activiteiten van de Stichting onder het begrip vermakelijkheid vallen, wat door de Hoge Raad werd onderschreven. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van de belanghebbende niet tot cassatie konden leiden, omdat het Hof niet alleen had gekeken naar het vermaak dat het publiek kan vinden in de activiteiten, maar ook naar de aard van de activiteiten zelf. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof bekrachtigd en het beroep ongegrond verklaard. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.