ECLI:NL:HR:2005:AU5159

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 oktober 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
40720
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.G. Pos
  • L. Monné
  • P.J. van Amersfoort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over voorlopige aanslag vermakelijkhedenretributie door gemeente Muiden

In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van de Stichting Rijksmuseum Muiderslot tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 maart 2004, betreffende een voorlopige aanslag in de vermakelijkhedenretributie van de gemeente Muiden voor het tijdvak januari tot en met mei 2001. De voorlopige aanslag bedroeg ƒ 29.418,75 en werd na bezwaar gehandhaafd door het hoofd van de afdeling Financiële zaken van de gemeente Muiden. De belanghebbende, de Stichting Rijksmuseum Muiderslot, heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht, evenals het beroepschrift in cassatie.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Stichting is opgericht op 31 december 1994 met als doel het samenstellen, in stand houden en verbeteren van representatieve collecties van voorwerpen van geschiedenis en kunst betreffende het Muiderslot. Het Muiderslot is opengesteld voor publiek en biedt rondleidingen en speciale evenementen aan. De vraag die voorlag was of de activiteiten van de Stichting als vermakelijkheden kunnen worden aangemerkt in de zin van de Gemeentewet en de Verordening.

Het Hof heeft bevestigd dat de activiteiten van de Stichting onder het begrip vermakelijkheid vallen, wat door de Hoge Raad werd onderschreven. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van de belanghebbende niet tot cassatie konden leiden, omdat het Hof niet alleen had gekeken naar het vermaak dat het publiek kan vinden in de activiteiten, maar ook naar de aard van de activiteiten zelf. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof bekrachtigd en het beroep ongegrond verklaard. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

Nr. 40.720
28 oktober 2005
Za
gewezen op het beroep in cassatie van Stichting Rijksmuseum Muiderslot te Muiden tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 maart 2004, nr. P02/06685, betreffende na te melden voorlopige aanslag in de vermakelijkhedenretributie.
1. Voorlopige aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is voor het tijdvak januari tot en met mei 2001 een voorlopige aanslag in de vermakelijkhedenretributie van de gemeente Muiden opgelegd ten bedrage van ƒ 29.418,75, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van het hoofd van de afdeling Financiële zaken van de gemeente Muiden is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Muiden heeft een verweerschrift ingediend.
3. Beoordeling van de middelen
3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1. Belanghebbende is opgericht met ingang van 31 december 1994. Blijkens artikel 2, lid 1, van de akte houdende oprichting van de Stichting Rijksmuseum Muiderslot van 9 december 1994 stelt belanghebbende zich ten doel representatieve collecties van voorwerpen van geschiedenis en kunst betreffende "Het Muiderslot" samen te stellen, in stand te houden en te verbeteren, en houdt zij hiertoe in stand het dertiende eeuwse complex "Het Muiderslot" met bijgebouwen, terreinen en slotgracht, waarin zij aan de hand van wetenschappelijk onderzoek, visuele presentatie van de collecties en informatie ten behoeve van studie, educatie en genoegen zal trachten een zo breed mogelijk publiek te interesseren voor en inzicht te verschaffen in de ontwikkeling van die geschiedenis. Belanghebbende is opgenomen in het Nederlands Museumregister van de Stichting Het Nederlands Museumregister.
3.1.2. Het Muiderslot is opengesteld voor publiek. De bezichtiging van de binnenkant van het Muiderslot kan uitsluitend plaatsvinden onder leiding van een gids. De rondleidingen duren circa 50 minuten en zijn geschikt voor volwassenen en kinderen. Naast deze rondleidingen worden er van april tot en met oktober op woensdagmiddag speciale kinderrondleidingen gehouden. De tuin van het Muiderslot kan zonder begeleiding worden bezocht.
3.1.3. Naast de onder 3.1.2 omschreven reguliere publieksactiviteiten organiseert belanghebbende ook speciale evenementen. In het overzicht "Evenementen 1998", waarin een jaaroverzicht van verschillende evenementen wordt gegeven, zijn onder meer de volgende evenementen opgenomen: expositie van Quilts van stoffen rond de Zuiderzee, beelden in de tuin van het Muiderslot, tuinrondleidingen, workshops historische bloemsierkunst, avondopenstellingen "In de pruimentijd", Jonge Vriendjesdag, kerstlezing en kerstopenstellingen, alsmede (koffie)concerten. In mei 2001 en mei 2002 stond het Muiderslot in het teken van de middeleeuwen, waarbij er onder meer zwaardvechtdemonstraties, een nar/jongleur en een troubadour op het Muiderslot aanwezig waren. In 2002 heeft het Muiderslot met diverse activiteiten stilgestaan bij het 400-jarig jubileum van de VOC.
3.1.4. Belanghebbende besteedt veel aandacht aan het betrekken van de jeugd bij het Muiderslot. Zo is onder andere een educatieproject tot stand gebracht en is lesmateriaal ontwikkeld om de doelgroep basisscholen verder te interesseren voor de geschiedenis van de middeleeuwen. Enkele jaren geleden is een educatief medewerker aangetrokken.
3.2. Voor het Hof was in geschil of belanghebbende vermakelijkheden geeft in de zin van artikel 229, lid 1, letter c, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Verordening. Het Hof heeft die vraag bevestigend beantwoord. Hiertegen zijn de middelen gericht.
3.3. Voorzover middel 2 ervan uitgaat dat het Hof uitsluitend beslissend heeft geacht dat het publiek in de activiteiten van belanghebbende ontspanning of vermaak kan vinden, berust het op een verkeerde lezing van de uitspraak. Het Hof heeft niet alleen belang gehecht aan deze omstandigheid, maar het heeft tevens in zijn oordeel betrokken dat de door belanghebbende geboden activiteiten niet zozeer wetenschappelijk van aard zijn dat zij naar hun aard niet onder het begrip vermakelijkheid zouden vallen. In zoverre kan middel 2 bij gebrek aan feitelijke grondslag niet tot cassatie leiden. Voor het overige falen de middelen omdat de oordelen van het Hof geen blijk geven van een onjuiste rechtsopvatting en voor het overige feitelijk van aard en niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd zijn.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en P.J. van Amersfoort, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2005.