ECLI:NL:HR:2005:AU2865

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R05/094HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis en motiveringseisen

In deze zaak heeft de Officier van Justitie in het arrondissement Almelo op 29 april 2005 een verzoek ingediend bij de rechtbank tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van het verblijf van de verzoekster in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit verzoek was onderbouwd met een geneeskundige verklaring, ondertekend op 27 april 2005. De rechtbank heeft op 17 mei 2005 de verzoekster, bijgestaan door haar advocaat en de behandelend psychiater, gehoord. Na deze hoorzitting heeft de rechtbank op dezelfde dag de machtiging verleend voor een periode van negen maanden.

Tegen deze beschikking heeft de verzoekster cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 11 november 2005 heeft de Hoge Raad de beschikking gegeven, waarbij het beroep van de verzoekster werd verworpen. De uitspraak is gedaan door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en A.M.J. van Buchem-Spapens, en is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

11 november 2005
Eerste Kamer
Rek.nr. R05/094HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. G.E.M. Later,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT ALMELO,
gevestigd te Almelo,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instantie
De Officier van Justitie in het arrondissement Almelo heeft op 29 april 2005 onder overlegging van een op 27 april 2005 ondertekende geneeskundige verklaring een verzoek ingediend bij de rechtbank aldaar tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van het verblijf van verzoekster tot cassatie - verder te noemen: verzoekster - in een psychiatrisch ziekenhuis.
Nadat de rechtbank verzoekster, bijgestaan door haar advocaat, en de behandelend psychiater op 17 mei 2005 had gehoord, heeft zij bij beschikking van diezelfde dag de machtiging verleend voor de duur van negen maanden na dagtekening van deze beschikking.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft verzoekster beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 11 november 2005.