ECLI:NL:HR:2005:AT6844
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Verlenging van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige; ontvankelijkheid in cassatie wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Stichting Bureau Jeugdzorg Overijssel op 2 juni 2003 een verzoekschrift ingediend bij de kinderrechter in Almelo om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige, geboren op [geboortedatum] 1998, te verlengen. De moeder van het kind heeft deze verzoeken bestreden. De rechtbank heeft na een mondelinge behandeling op 2 juli 2003 op 9 juli 2003 beide verzoeken toegewezen en de termijn van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor de duur van één jaar, met handhaving van de Stichting als gezinsvoogdij-instelling. De moeder heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 20 januari 2004 de beschikkingen van de rechtbank heeft bekrachtigd.
Tegen deze beslissing heeft de moeder cassatie ingesteld. De Stichting heeft verzocht om het cassatieberoep te verwerpen. De Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de moeder in haar cassatieberoep, omdat de termijn van de machtiging tot uithuisplaatsing op 30 juli 2004 was verstreken. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de moeder geen belang meer had bij haar cassatieberoep, aangezien de machtiging tot uithuisplaatsing inmiddels was verlopen.
De Hoge Raad heeft de moeder dan ook niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep. Deze beschikking is gegeven door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, P.C. Kop, J.C. van Oven en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 14 oktober 2005.