ECLI:NL:HR:2005:AT6369
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake ontbinding maatschapsovereenkomst en vereffening maatschapsvermogen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee vennoten, Junior en Senior, over de ontbinding van een maatschapsovereenkomst en de vereffening van het maatschapsvermogen. Senior heeft Junior gedagvaard voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch en gevorderd dat de maatschapsovereenkomst per 1 april 1994 ontbonden wordt. Junior heeft de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat de overeenkomst is geëindigd door het bereiken van de 70-jarige leeftijd van Senior, wat zou leiden tot beëindiging van de maatschap op 31 december 1995. De rechtbank heeft in een eindvonnis van 1 december 2000 de vordering van Senior afgewezen en die van Junior toegewezen.
Senior heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof, dat in een tussenarrest van 2 mei 2002 Senior heeft toegelaten te bewijzen dat de maatschap per 1 april 1994 was ontbonden. Na bewijsvoering heeft het hof in een eindarrest van 16 december 2003 de eerdere vonnissen van de rechtbank vernietigd en verklaard dat de maatschapsovereenkomst per 1 april 1994 ontbonden was. Junior werd veroordeeld tot medewerking aan de vereffening van de maatschap en de liquidatie van het bedrijf.
Junior heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarbij de klachten van Junior niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De kosten van het geding in cassatie zijn voor rekening van Junior, begroot op nihil aan de zijde van Senior.