ECLI:NL:HR:2005:AT4076
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de toepassing van de schuldsaneringregeling
In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, een verzoek ingediend bij de rechtbank te Zwolle om de toepassing van de schuldsaneringregeling. De rechtbank heeft op 9 december 2003 de voorlopige toepassing van deze regeling uitgesproken, met benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder. Echter, het verzoek tot definitieve toepassing van de schuldsanering is door de rechtbank bij vonnis van 23 maart 2004 afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat na mondelinge behandeling op 6 mei 2004 op 13 mei 2004 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft verzoeker cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, wat betekent dat de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand blijven.
Deze uitspraak is gedaan door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, J.C. van Oven en F.B. Bakels, en is openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman op 24 juni 2005.