ECLI:NL:HR:2005:AT3998
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval met dodelijke afloop en de beoordeling van schuld in het verkeer
In deze zaak gaat het om een verkeersongeval dat plaatsvond op 30 januari 2001 te Haarlem, waarbij een fietser om het leven kwam. De verdachte, bestuurder van een vrachtauto, had zich op een kruising met een verkeerslicht gestopt voor een rood licht. Toen het verkeerslicht op groen sprong, reed hij zonder zich ervan te vergewissen dat de voor hem gelegen fietsopstelstrook vrij was. Het slachtoffer stond op deze opstelstrook te wachten op groen licht. De Hoge Raad oordeelt dat de verdachte zich bewust had moeten zijn van de dode hoeken van zijn voertuig, waardoor hij het zicht op de fietser kon missen. Het hof had eerder het beroep op afwezigheid van alle schuld (avas) verworpen, omdat de verdachte had moeten zorgen voor een vrij zicht voordat hij zijn voertuig in beweging zette. De Hoge Raad bevestigt deze beslissing en oordeelt dat het hof niet onjuist of onbegrijpelijk heeft geoordeeld. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van duizend euro, subsidiair twintig dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van een jaar.