ECLI:NL:HR:2005:AT2829
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over wanbeleid en onderzoek naar de gang van zaken binnen Aannemingsmaatschappij Zeelandia Curaçao B.V.
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door Aannemingsmaatschappij Zeelandia Curaçao B.V. en een andere verzoekster tegen verschillende verweerders, waaronder natuurlijke personen en vennootschappen. De zaak is ontstaan uit een verzoekschrift dat op 5 april 2000 is ingediend bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam. De verzoeksters vroegen om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van hun vennootschap en andere vennootschappen, in het bijzonder naar aanleiding van beschuldigingen van wanbeleid. De ondernemingskamer heeft op 6 juli 2000 een onderzoek bevolen en deskundigen benoemd. Na het deskundigenbericht heeft de ondernemingskamer op 21 februari 2003 besloten dat het verslag ter inzage ligt voor belanghebbenden.
In vervolg hierop hebben de verweerders een nieuw verzoek ingediend, waarin zij stelden dat er sprake was van wanbeleid en vroegen om maatregelen tegen de aandeelhouders. De ondernemingskamer heeft op 25 september 2003 vastgesteld dat er wanbeleid was en heeft verschillende maatregelen getroffen, waaronder het ontslag van de bestuurders van de verzoeksters en de ontbinding van de vennootschappen. De verzoeksters hebben tegen deze beslissingen beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft op 13 mei 2005 de cassatie verwerpt en de verzoeksters in de kosten van het geding veroordeeld. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere beslissingen van de ondernemingskamer en onderstreept de verantwoordelijkheden van de bestuurders en aandeelhouders in het geval van wanbeleid. De zaak benadrukt het belang van goed bestuur en transparantie binnen vennootschappen, evenals de rol van de ondernemingskamer in het toezicht op vennootschappen.