ECLI:NL:HR:2005:AT1736
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake schadevergoeding en vrijwaring in civiele rechtszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 juni 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Mij N.V. en een verweerder, die in een eerdere procedure was veroordeeld tot schadevergoeding aan een derde partij, [betrokkene 1]. De zaak begon met een vordering van de verweerder tegen Nationale-Nederlanden, waarin hij vroeg om vrijwaring voor de schadevergoeding die hij aan [betrokkene 1] moest betalen. De rechtbank te 's-Gravenhage had in eerste instantie de verweerder veroordeeld tot schadevergoeding aan [betrokkene 1] en had Nationale-Nederlanden in de vrijwaringszaak veroordeeld om de verweerder te vergoeden voor de kosten die hij in de hoofdzaak had gemaakt.
Nationale-Nederlanden ging in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage bekrachtigde het vonnis. Hierop heeft Nationale-Nederlanden cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van Nationale-Nederlanden niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling met zich meebrachten, zoals vereist volgens artikel 81 RO.
De Hoge Raad heeft het beroep van Nationale-Nederlanden verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman, en de uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan van de Hoge Raad, bestaande uit de vice-president en vijf raadsheren.