ECLI:NL:HR:2005:AS7591

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 mei 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
02869/04 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • W.J.M. Davids
  • G.J.M. Corstens
  • J.P. Balkema
  • J. de Hullu
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over inbeslagname van administratieve bescheiden en teruggave aan klaagster

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Zutphen, waarin het beklag van de klaagster, een onderneming, gegrond werd verklaard en het beslag op administratieve bescheiden werd opgeheven. De Officier van Justitie heeft cassatie ingesteld tegen deze beslissing. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank heeft verzuimd een last te geven tot teruggave van de inbeslaggenomen administratieve bescheiden, zoals vereist door artikel 552a, zevende lid, van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad vernietigt de bestreden beschikking, maar uitsluitend voor zover daarin is verzuimd een last te geven tot teruggave van de administratieve bescheiden. De Hoge Raad gelast de teruggave van de in beslag genomen administratieve bescheiden aan de klaagster en verwerpt het beroep voor het overige. De uitspraak is gedaan op 31 mei 2005 door de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij de president en de raadsheren in raadkamer bijeenkwamen. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd dat de bestreden beschikking zal worden vernietigd, maar alleen ten aanzien van de beslissing tot opheffing van het beslag. De Hoge Raad doet wat de Rechtbank had behoren te doen en beveelt de teruggave aan de klaagster van de inbeslaggenomen administratie.

Uitspraak

31 mei 2005
Strafkamer
nr. 02869/04 B
EC/ABG
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Zutphen van 13 augustus 2004, nummer RK 04/174, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[klaagster], gevestigd te [vestigingsplaats].
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft het door de klaagster ingediende beklag gegrond verklaard en de in bovenvermelde beschikking omschreven beslagen opgeheven.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Officier van Justitie. Deze heeft bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. Namens de klaagster heeft mr. J.F.M. Wasser, advocaat te 's-Hertogenbosch, het cassatieberoep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de bestreden beschikking zal worden vernietigd, doch uitsluitend ten aanzien van de daarin genomen beslissing tot opheffing van het beslag, dat de Hoge Raad, doende wat de Rechtbank had behoren te doen, de teruggave aan de klaagster zal bevelen van de tegoeden op de in de beschikking genoemde bankrekeningen en van de onder klaagster inbeslaggenomen administratie en dat het beroep voor het overige zal worden verworpen.
3. Beoordeling van het eerste, het derde en het vierde middel
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dat behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beoordeling van het tweede middel
4.1. Het middel behelst de klacht dat de Rechtbank die het beklag gegrond bevond, een last tot teruggave had moeten geven.
4.2. Art. 552a, zevende lid, Sv bepaalt dat als de rechtbank het beklag gegrond acht, zij de daarmee overeenkomende last geeft. De Rechtbank heeft wat betreft de inbeslageming van de administratieve bescheiden die bepaling miskend door het beklag gegrond te achten en slechts het beslag op te heffen. Het middel is dus terecht voorgesteld. De Hoge Raad zal de zaak in zoverre zelf afdoen, omdat dit mogelijk is zonder in een nieuw onderzoek naar de feiten te treden.
5. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
Vernietigt de bestreden beschikking, maar uitsluitend voorzover daarin is verzuimd een last te geven tot teruggave van de administratieve bescheiden;
Gelast de teruggave aan de klaagster van de in beslag genomen administratieve bescheiden;
Verwerpt het beroep voor het overige.
Deze beschikking is gegeven door de president W.J.M. Davids als voorzitter, en de raadsheren G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, J. de Hullu en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, in raadkamer en uitgesproken ter openbare behandeling van 31 mei 2005.