ECLI:NL:HR:2005:AS6095
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vrijwillige terugtred bij poging tot afpersing
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 april 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor poging tot afpersing, waarbij hij samen met medeverdachten een vrachtwagenchauffeur had gevolgd met de intentie deze te overvallen. De verdachte stelde in hoger beroep dat hij vrijwillig was teruggetreden, een verweer dat volgens de wetgeving expliciet gemotiveerd door de rechter moest worden behandeld. Het Hof had echter in zijn verkorte arrest geen gemotiveerde beslissing gegeven over dit verweer, wat de Hoge Raad als gegrond beschouwde. Desondanks leidde dit niet tot cassatie, omdat het Hof het verweer van de verdachte slechts had kunnen verwerpen. De Hoge Raad oordeelde dat de verdachte zich had blootgesteld aan de kans betrokken te worden bij de afpersing en dat hij niets had gedaan om de voltooiing van het misdrijf te verhinderen. De bewezenverklaring van de poging tot afpersing steunde op verklaringen van de verdachte en medeverdachten, alsook op proces-verbaal van de politie. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak enkel wat betreft het aantal uren onbetaalde arbeid, en verminderde dit naar 216 uren. De overige onderdelen van de veroordeling werden verworpen.