ECLI:NL:HR:2005:AS5076

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 april 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/002HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van de vordering tot schadevergoeding door de Onderlinge Waarborgmaatschappij Amicon Zorgverzekeraar

In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Onderlinge Waarborgmaatschappij Amicon Zorgverzekeraar Ziekenfonds U.A. en de Onderlinge Waarborgmaatschappij Amicon Zorgverzekeraar Aanvullende Verzekering U.A., beide gevestigd te Wageningen. De eiseressen hebben in eerste instantie een vordering tot schadevergoeding bestreden die door de verweerder was ingesteld wegens onrechtmatig handelen. De rechtbank te Arnhem heeft op 22 februari 2001 de vordering van de verweerder afgewezen. Hierop heeft de verweerder hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 16 september 2003 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en de vordering van de verweerder alsnog heeft toegewezen. De eiseressen hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eiseressen, Amicon, veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 1 april 2005 door de vice-president P. Neleman, na behandeling door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren R. Herrmann, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop en E.J. Numann.

Uitspraak

1 april 2005
Eerste Kamer
Nr. C04/002HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. DE ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ AMICON ZORGVERZEKERAAR ZIEKENFONDS U.A.,
2. DE ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHGAPPIJ AMICON ZORGVERZEKERAAR AANVULLENDE VERZEKERING U.A.,
beide gevestigd te Wageningen,
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. D. Stoutjesdijk,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J. Wuisman.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - heeft bij exploot van 14 december 1999 eiseressen tot cassatie - verder gezamenlijk in enkelvoud te noemen: Amicon - gedagvaard voor de rechtbank te Arnhem en gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Amicon te veroordelen tot betaling aan [verweerder] van de door hem als gevolg van onrechtmatig handelen van Amicon geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juni 1999 met veroordeling van Amicon in de kosten van dit geding.
Amicon heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 22 februari 2001 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 16 september 2003 heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en, opnieuw rechtdoende, de vordering van [verweerder] alsnog toegewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Amicon beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [verweerder] mede door mr. M.A. Leijten, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Amicon in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 316,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter, R. Herrmann, als raadsheer in buitengewone dienst, en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop en E.J. Numann, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 1 april 2005.