ECLI:NL:HR:2005:AS4905
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Gelijkheidsbeginsel en samenloop van belastingfaciliteiten voor zeevarenden
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. De belanghebbende, die in dienst was van A B.V., had gedurende bepaalde perioden in 1997 gewerkt op een onder de Nederlandse vlag varend schip in de wateren van Nigeria. De werkgever had de af te dragen loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen verminderd op basis van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA). Het Hof had geoordeeld dat de Nedeco-regeling niet van toepassing was, omdat de werkgever de WVA had toegepast. Belanghebbende stelde dat dit in strijd was met het gelijkheidsbeginsel.
De Hoge Raad oordeelt dat de wetgever een objectieve en redelijke rechtvaardiging heeft voor de uitsluiting van de Nedeco-regeling in gevallen waarin de vermindering zeevaart wordt toegepast. De wetgever heeft vastgesteld dat beide regelingen een loonkostenverlagend effect hebben en dat een samenloop ongewenst is. De Hoge Raad concludeert dat er geen sprake is van verboden discriminatie en dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren L. Monné, P.J. van Amersfoort, A.R. Leemreis en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2005.