ECLI:NL:HR:2005:AS3731

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 februari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/036HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest van de Hoge Raad inzake de vordering van de Coöperatieve Verkoop- en Productie-Vereniging van Aardappelen en Derivaten "Avebe" B.A.

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 februari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Coöperatieve Verkoop- en Productie-Vereniging van Aardappelen en Derivaten "Avebe" B.A. (hierna: Avebe) en een verweerder, die bij exploot van 28 mei 2001 Avebe had gedagvaard voor de kantonrechter te Winschoten. De verweerder vorderde een hoofdsom van ƒ 345.368,--, vermeerderd met wettelijke rente en een bedrag van ƒ 2.000,-- als vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft de vordering op 2 oktober 2001 afgewezen. Verweerder ging in hoger beroep bij de rechtbank te Groningen, die bij tussenvonnis van 27 september 2002 verweerder tot bewijslevering toeliet. Uiteindelijk heeft de rechtbank op 17 september 2003 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van verweerder alsnog toegewezen. Avebe heeft hiertegen cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de klachten van Avebe niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier gevolgd, die had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Tevens is Avebe veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerder zijn begroot op € 1.159,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst en W.A.M. van Schendel, en openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman.

Uitspraak

11 februari 2005
Eerste Kamer
Nr. C04/036HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DE COÖPERATIEVE VERKOOP- EN PRODUKTIE-VERENIGING VAN AARDAPPELEN EN DERIVATEN "AVEBE" B.A.,
gevestigd te Veendam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J.P. Heering,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - heeft bij exploot van 28 mei 2001 eiseres tot cassatie - verder te noemen: Avebe - onder versneld regime gedagvaard voor de kantonrechter te Winschoten en gevorderd bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Avebe te veroordelen om aan [verweerder] te betalen:
1. de hoofdsom van ƒ 345.368,--, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 december 2000 tot aan de dag der algehele voldoening;
2. een bedrag van ƒ 2.000,--, te vermeerderen met BTW bij wijze van vergoeding van door hem in redelijkheid gemaakte buitengerechtelijke kosten.
Avebe heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 2 oktober 2001 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij de rechtbank te Groningen.
Bij tussenvonnis van 27 september 2002 heeft de rechtbank [verweerder] tot bewijslevering toegelaten. Na enquête heeft de rechtbank bij eindvonnis van 17 september 2003 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en, opnieuw rechtdoende, de vordering wat betreft de hoofdsom alsnog toegewezen.
Het eindvonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindvonnis van de rechtbank heeft Avebe beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van Avebe heeft bij brief van 15 december 2004 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Avebe in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 1.159,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, D.H. Beukenhorst en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 11 februari 2005.