ECLI:NL:HR:2005:AR4019
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en suikerheffing
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1993 werd gehandhaafd. De belanghebbende, die suiker produceert, had een aanslag ontvangen op een belastbaar bedrag van ƒ 157.511.006, gevolgd door een navorderingsaanslag van ƒ 198.744.974. Na bezwaar tegen de navorderingsaanslag, werd deze door de Inspecteur gehandhaafd, wat leidde tot een beroep bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop de belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad behandelt de zaak en overweegt dat de belanghebbende de suikerheffing, die gerelateerd is aan de geproduceerde A- en B-suiker, ten laste van het resultaat van het boekjaar 1993 heeft gebracht door een passiefpost te vormen. De Inspecteur corrigeerde de aangegeven winst met een percentage van 74,25% van de verschuldigde suikerheffing, gebaseerd op de voorraad A- en B-suiker per ultimo 1993. Het Hof oordeelde dat de suikerheffing een noodzakelijk onderdeel van de kostprijs van A- en B-suiker vormt, wat door de Hoge Raad wordt bevestigd.
De Hoge Raad oordeelt dat het middel van de belanghebbende faalt op de gronden zoals vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep ongegrond. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 15 april 2005.