ECLI:NL:HR:2004:AR7742
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslagen opgelegd buiten de vijfjaarstermijn; ambtshalve ingrijpen door het Hof
In deze zaak gaat het om naheffingsaanslagen die zijn opgelegd aan belanghebbende voor de jaren 1988 tot en met 1995. Na het indienen van bezwaren tegen deze naheffingsaanslagen, heeft de Inspecteur de aanslagen gehandhaafd. Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat het beroep gegrond verklaarde voor de jaren 1988, 1989 en 1990, en de uitspraken van de Inspecteur voor deze jaren vernietigde, terwijl de uitspraken voor de overige jaren werden bevestigd. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het Hof ten onrechte ambtshalve heeft ingegrepen door de naheffingsaanslagen voor de jaren 1988, 1989 en 1990 te vernietigen. De Hoge Raad oordeelt dat de overschrijding van de aanslagtermijn enkel tot vernietiging kan leiden indien de belanghebbende hier expliciet een beroep op doet. Aangezien belanghebbende dit niet heeft gedaan, kan de uitspraak van het Hof niet in stand blijven voor deze jaren. De Hoge Raad verklaart het beroep van de Minister gegrond en vernietigt de uitspraak van het Hof, maar verklaart het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Inspecteur ongegrond.
De Hoge Raad concludeert dat de grieven van belanghebbende tegen de uitspraken van de Inspecteur ongegrond zijn, en dat de zaak kan worden afgedaan zonder verdere proceskostenveroordeling. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 17 december 2004, door de raadsheer L. Monné als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en J.C. van Oven, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.