ECLI:NL:HR:2004:AR4980
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie van verzoek tot voorlopige plaatsopneming en deskundigenverhoor in civiele zaak tegen de Staat der Nederlanden
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 13 september 2002 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage. Hij verzocht om een voorlopige plaatsopneming en bezichtiging, een voorlopig deskundigenverhoor en een voorlopig getuigenverhoor. De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Defensie, heeft deze verzoeken bestreden. De rechtbank heeft op 19 december 2002 alle verzoeken afgewezen en verzoeker veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de Staat. Hierop heeft verzoeker hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 6 november 2003 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd en verzoeker opnieuw in de proceskosten heeft veroordeeld.
Tegen deze beslissing heeft verzoeker cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het beroep. De advocaat van verzoeker heeft hierop gereageerd. De Hoge Raad heeft op 24 december 2004 het beroep verworpen en verzoeker in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, met een bedrag van € 310,69 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.