ECLI:NL:HR:2004:AR2242
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting en beoordeling van rechtsvragen
In deze zaak gaat het om het beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 augustus 2003, betreffende voorlopige aanslagen in de vennootschapsbelasting voor de jaren 2000, 2001 en 2002. De Inspecteur had de aanslagen gehandhaafd na bezwaar van de belanghebbende. Het Hof verklaarde het beroep tegen de aanslag voor het jaar 2000 gegrond, terwijl de beroepen voor de andere jaren ongegrond werden verklaard. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht, evenals het beroepschrift in cassatie.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, en de Advocaat-Generaal J.A.C.A. Overgaauw heeft op 15 juli 2004 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 17 december 2004 door de vice-president A.E.M. van der Putt-Lauwers, samen met de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot, P. Lourens, C.B. Bavinck en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.