ECLI:NL:HR:2004:AR2109
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een strafrechtelijke veroordeling op basis van fotoconfrontaties en bewijsvoering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 september 2004 uitspraak gedaan over een herzieningsaanvraag van een eerder vonnis van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De aanvrager was bij verstek veroordeeld voor doodslag, poging tot doodslag en medeplegen van diefstal met geweld. De veroordeling was gebaseerd op de resultaten van twee fotoconfrontaties, waarbij de aanvrager door getuigen werd herkend. De aanvrager stelde in zijn herzieningsaanvraag dat de herkende foto's niet zijn beeltenis weergaven, en dat het Hof, ware het met zijn uiterlijk bekend geweest, tot vrijspraak zou zijn gekomen.
De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage tot herziening ongegrond was. Het Hof had de bewezenverklaring slechts in beperkte mate gebaseerd op de fotoconfrontaties, en de omstandigheden die in de herzieningsaanvraag werden aangevoerd, waren reeds door de verdediging in de eerdere procedure aan de orde gesteld. De Hoge Raad concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die het ernstig vermoeden wekten dat het Hof tot een andere uitspraak zou zijn gekomen, en dat de aanvrager niet kon worden vrijgesproken op basis van de aangevoerde argumenten.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde de eerdere veroordeling en wees de herzieningsaanvraag af, waarmee de straf van negen jaren gevangenisstraf voor de aanvrager in stand bleef. De zaak benadrukt het belang van de bewijsvoering en de rol van fotoconfrontaties in strafzaken, evenals de strikte eisen die aan herzieningsaanvragen worden gesteld.