ECLI:NL:HR:2004:AP5270
Hoge Raad
- Cassatie
- E.A.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake vennootschapsbelasting X3 N.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 december 2004 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 19 februari 2003. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting die was opgelegd aan X3 N.V., statutair gevestigd te Curaçao, voor het jaar 1996. De oorspronkelijke aanslag bedroeg ƒ 1.750.000, maar na bezwaar van de belanghebbende werd deze verminderd tot ƒ 809.625. Het Gerechtshof heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag vernietigd, waarop de Staatssecretaris in cassatie ging.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het middel van de Staatssecretaris niet tot cassatie kan leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit blijkt dat er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 1087 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De Staat werd aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de beslissing van het Gerechtshof en onderstreept het belang van zorgvuldige rechtsgang in belastingzaken. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de vice-president en de raadsheren, met vermelding van de waarnemend griffier.