ECLI:NL:HR:2004:AO9825
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Draagkrachtverweer en motivering geldboete in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juli 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld voor het medeplegen van valsheid in geschrift en het opzettelijk niet doen van een belastingaangifte. Het Hof had de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, 240 uren onbetaalde arbeid en een geldboete van € 25.000,--. De verdachte stelde dat zijn financiële situatie zo slecht was dat een geldboete hem onevenredig zou treffen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onbegrijpelijk had geoordeeld over de financiële mogelijkheden van de verdachte en dat de opgelegde straf voldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat geen van de middelen tot cassatie konden leiden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van de strafoplegging, vooral in het licht van de draagkracht van de verdachte en de ernst van de feiten.