ECLI:NL:HR:2004:AO9501
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verplichte ziekenfondsverzekering en gemoedsbezwaren
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 mei 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de verplichte ziekenfondsverzekering en de gemoedsbezwaren van een zelfstandige. De Inspecteur had bij beschikking vastgesteld dat de belanghebbende voor het jaar 2000 voldeed aan de voorwaarden van de Ziekenfondswet (Zfw). Na bezwaar van de belanghebbende handhaafde de Inspecteur deze beschikking. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en de beschikking vernietigde. De Staatssecretaris van Financiën ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad oordeelde dat de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven. De Hoge Raad stelde vast dat de Regeling, die de voorwaarden voor de ziekenfondsverzekering van zelfstandigen regelt, niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het Hof had ten onrechte geoordeeld dat de belanghebbende, gelijk aan een zelfstandige die eerder dan 1996 was gestart, het inkomen van 1997 buiten beschouwing mocht laten. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verklaarde het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur ongegrond.
De Hoge Raad overwoog verder dat de gemoedsbezwaren van de belanghebbende in deze procedure geen betekenis hebben, omdat niet is vastgesteld dat zij op grond van de Coördinatiewet Sociale Verzekering vrijgesteld was van de verplichtingen die de Ziekenfondswet oplegt. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de raadsheer P.J. van Amersfoort als voorzitter, en de raadsheren A.R. Leemreis en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.