ECLI:NL:HR:2004:AO5118
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over betalingsverplichtingen en schadevergoeding in civiele zaak
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, zijn de eisers tot cassatie, bestaande uit drie partijen, betrokken in een geschil met de verweerster over betalingsverplichtingen en schadevergoeding. De verweerster heeft de eisers gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld tot betaling van een bedrag van ƒ 14.999,59, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De eisers hebben de vorderingen bestreden en in reconventie een schadevergoeding van ƒ 1.255.872,05 geëist, stellende dat de verweerster toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
De rechtbank heeft in een tussenvonnis een comparitie van partijen gelast en in een eindvonnis de eisers veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten. De vordering in reconventie is afgewezen. De eisers hebben hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof, dat de vonnissen van de rechtbank heeft bekrachtigd. Hierop hebben de eisers cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en heeft het beroep verworpen. Tevens zijn de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die zijn begroot op € 379,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 14 mei 2004.