ECLI:NL:HR:2004:AO4596
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake aansprakelijkheid werkgever voor schade door blootstelling aan asbest
In deze zaak hebben de eiseressen, die optreden voor zichzelf en als erfgenamen van [betrokkene 1], een vordering ingesteld tegen Gemex B.V. wegens schadevergoeding als gevolg van blootstelling aan asbest. [Betrokkene 1] was van 1965 tot 1979 in dienst bij Gemex en is in 1999 overleden aan mesothelioom, een ziekte die uitsluitend kan ontstaan door blootstelling aan asbest. De eiseressen vorderden onder andere een verklaring voor recht dat Gemex verwijtbaar tekortgeschoten is in haar zorgplicht als werkgever en dat zij schadeplichtig is. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen, en dit vonnis werd door de rechtbank bekrachtigd. De eiseressen hebben cassatie ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, terwijl Gemex voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat er geen grieven zijn gericht tegen de overwegingen van de kantonrechter. De Hoge Raad heeft het principale beroep verworpen en de eiseressen in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De zaak is van belang voor de uitleg van de zorgplicht van werkgevers in relatie tot asbestblootstelling en de aansprakelijkheid voor schade die daaruit voortvloeit. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om adequaat te reageren op bekende risico's en de gevolgen van het niet treffen van maatregelen ter bescherming van werknemers.