ECLI:NL:HR:2004:AO3806

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
02827/03 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • C.J.G. Bleichrodt
  • J.P. Balkema
  • B.C. de Savornin Lohman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van ongegrondverklaring door de kantonrechter van een beroep ex art. 9 lid 1 WAHV

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 februari 2004 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een beslissing van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Hertogenbosch. De aanvrager had op 22 oktober 2003 beroep ingesteld tegen een beslissing van de Officier van Justitie, die hem een administratieve sanctie had opgelegd van € 63,-- op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De Kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, waarop de aanvrager herziening vroeg bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage tot herziening niet kon leiden tot een herziening van de beslissing van de Kantonrechter. Dit kwam omdat de beslissing van de Kantonrechter niet kwalificeerde als een einduitspraak houdende veroordeling in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De Hoge Raad stelde vast dat de WAHV geen mogelijkheid tot herziening biedt voor dergelijke beslissingen. Daarom werd de aanvrage niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak benadrukt de beperkingen van de herzieningsmogelijkheden binnen het kader van de WAHV en verduidelijkt dat niet elke beslissing van een Kantonrechter kan worden herzien, vooral niet als deze niet als einduitspraak wordt beschouwd. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de reikwijdte van de herzieningsmogelijkheden in het administratief recht onderstreept.

Uitspraak

17 februari 2004
Strafkamer
nr. 02827/03 H
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een beslissing van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Hertogenbosch van 22 oktober 2003, nummer 311407, ingediend door:
[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De uitspraak waarvan herziening is gevraagd betreft de ongegrondverklaring door de Kantonrechter van het door de aanvrager op grond van art. 9, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) ingediende beroep tegen een beslissing van de Officier van Justitie op het door de aanvrager ingediende beroep tegen een hem opgelegde administratieve sanctie als bedoeld in art. 2, eerste lid, WAHV ten bedrage van € 63,--.
2. De aanvrage tot herziening
De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvrage
De aanvrage kan niet tot herziening leiden, omdat de onderhavige beslissing van de Kantonrechter niet is een einduitspraak houdende veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv, terwijl de WAHV de mogelijkheid van herziening niet kent. De aanvrage kan derhalve niet worden ontvangen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en B.C. de Savornin Lohman, in bijzijn van de waarnemend-griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 17 februari 2004.