ECLI:NL:HR:2004:AO1462

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01297/03 E
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • C.J.G. Bleichrodt
  • J.P. Balkema
  • A.J.A. van Dorst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de Wet arbeid vreemdelingen en de Associatieovereenkomst EG-Polen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 februari 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een beroep in cassatie door een maatschap, die was veroordeeld voor overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen. De verdachte was veroordeeld tot tien maal een geldboete van elk € 900,-- voor het in dienst hebben van Poolse aardbeiplukkers zonder de juiste vergunningen. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd dat het cassatieberoep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen rechtsvragen waren die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden. De bestreden uitspraak van het Hof werd bevestigd, en het beroep werd verworpen. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van de Wet arbeid vreemdelingen in relatie tot de Associatieovereenkomst tussen de EG en Polen, en benadrukt de noodzaak van naleving van de wetgeving omtrent arbeidsvergunningen voor buitenlandse werknemers.

Uitspraak

17 februari 2004
Strafkamer
nr. 01297/03 E
EdK/SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, Economische Kamer, van 19 juli 2002, nummer 20/001629-00, in de strafzaak tegen:
[de maatschap], gevestigd te [vestigingsplaats].
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Economische Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 9 mei 2000 - de verdachte ter zake van "overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 2, eerste lid van de Wet arbeid buitenlandse werknemers, tien keer gepleegd" veroordeeld tot tien maal een geldboete van elk € 900,--.
2. Geding in cassatie
2.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft dr. D.J.P.M. Vermunt, advocaat te Arnhem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het cassatieberoep zal verwerpen.
2.2. De Hoge Raad heeft kennis genomen van het schriftelijk commentaar van de raadsman op de conclusie van de Advocaat-Generaal.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Slotsom
Nu de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
5. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en A.J.A. van Dorst, in bijzijn van de waarnemend-griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 17 februari 2004.