ECLI:NL:HR:2004:AO1340

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R03/127HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • O. de Savornin Lohman
  • A. Hammerstein
  • P.C. Kop
  • F.B. Bakels
  • P. Neleman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieverzoek inzake faillissement Directors Cast & Crew Payroll Services B.V.

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 februari 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door Directors Cast & Crew Payroll Services B.V. (hierna: Payroll) tegen een eerdere uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam. Payroll had de rechtbank Amsterdam verzocht om verweerder, voorheen handelende onder de naam Hectic Illusions, in staat van faillissement te verklaren. De rechtbank heeft dit verzoek op 2 september 2003 toegewezen. Verweerder heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, wat resulteerde in een arrest van het gerechtshof op 14 oktober 2003, waarin het hof het vonnis van de rechtbank vernietigde en het verzoek van Payroll afwees. Payroll werd bovendien veroordeeld in de proceskosten van verweerder in beide instanties.

Tegen dit arrest heeft Payroll cassatie ingesteld. In de cassatieprocedure heeft verweerder een verweerschrift ingediend en verzocht om het beroep te verwerpen, alsook om Payroll te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en Payroll veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.135,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

6 februari 2004
Eerste Kamer
Rek.nr. R03/127HR
JMH/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DIRECTORS CAST & CREW PAYROLL SERVICES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. L.Ph.J. baron van Utenhove,
t e g e n
[Verweerder], voorheen handelende onder de naam Hectic Illusions,
laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 15 juli 2003 ter griffie van de rechtbank te Amsterdam ingekomen verzoekschrift heeft verzoekster in cassatie - verder te noemen: Payroll - zich gewend tot die rechtbank en verzocht verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - in staat van faillissement te verklaren.
[Verweerder] heeft het verzoek bestreden.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 2 september 2003 [verweerder] in staat van faillissement verklaard.
Tegen dit vonnis heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 14 oktober 2003 heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd, het inleidend verzoek alsnog afgewezen en Payroll in de proceskosten aan de zijde van [verweerder] in beide instanties veroordeeld.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Payroll beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft een verweerschrift ingediend; daarbij heeft hij verzocht het beroep te verwerpen en Payroll te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Payroll in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.135,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice- president R. Herrmann als voorzitter en de raads- heren O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 6 februari 2004.