ECLI:NL:HR:2004:AI0739
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van X B.V. te Z tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 25 april 2002, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1994. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslag, die na vermindering door de Inspecteur was vastgesteld op een belastbaar bedrag van ƒ 4.040.100. Het Gerechtshof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarna belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad oordeelt dat de weigering van de aftrek van rente door de Inspecteur niet in strijd is met het EG-Verdrag. Het middel dat door belanghebbende werd ingediend, betoogde dat deze weigering een verboden beperking van het kapitaalverkeer oplevert. De Hoge Raad stelt vast dat indien de rente bij de ontvangende vennootschap in het land van vestiging is onderworpen aan een belasting die naar Nederlandse maatstaven als redelijk is aan te merken, dit de transactie het karakter van belastingontduiking ontneemt. De Hoge Raad concludeert dat de ontzegging van de renteaftrek geen andere rechtvaardiging behoeft dan de vaststelling dat de transactie geen zakelijk doel dient.
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 23 januari 2004.